Zelfstandigenaftrek en indirecte uren

Bij het benutten van de zelfstandigenaftrek wil de fiscus nog wel eens in discussie gaan over de ‘indirecte uren’. Hoe ga je daar het beste mee om?

Laatst stond ik een ondernemer bij die een geschil had met de Belastingdienst over de toepassing van de zelfstandigenaftrek, met name over de vraag of er was voldaan aan de eis dat de ondernemer – kort gezegd – 1225 uur had ondernomen (het urencriterium). De discussie spitste zich toe op de zogeheten indirecte uren. De directe uren waren geen probleem.

Wat zijn indirecte uren?

Indirecte uren zijn in feite uren die je niet doorberekent aan je klanten. Althans niet direct, uiteindelijk zul je met je facturering hiermee wel rekening mee houden. Het komt er eigenlijk op neer dat die indirecte uren geen omzet genereren. Veel voorkomende en ook belangrijke indirecte uren zijn het geploeter ’s avonds met je administratie, het maken van een planning, borrelen tijdens een netwerkbijeenkomst, cursus volgen, kantoorboodschappen doen bij de Makro, etc.

Bewijs het maar

Elke ondernemer zegt natuurlijk dat ie dag en nacht onderneemt ” ’s nachts in mijn bed lig ik er uren over te piekeren”, maar je zult die indirecte uren wel moeten kunnen aantonen. En daar liep het juist spaak bij mijn cliënt. Hij kon namelijk niet alle indirecte uren aantonen. Daarom is het belangrijk dat je een goede urenadministratie aanlegt. Tegenwoordig kan dat gewoon via je je smartphone, want er zijn legio apps die je daartoe in staat stellen, bijvoorbeeld Yanomo. Maar denk ook aan mailtjes, ov-bewijzen, agenda en zo.

Dus

Het zal nu misschien wel vaker dan je lief is voorkomen dat je effe niks te doen hebt. Wachten op een telefoontje voor die mega-order of van achter je toonbank de klanten naar binnen kijken hoort uiteraard bij het ondernemen, maar het zijn geen uren die meetellen voor de zelfstandigenaftrek. Dus ga in die dooie uurtjes es lekker de administratie doen, ga ‘koud bellen’, ruim je kantoor op, richt je etalage opnieuw in of wat dan ook, maar zorg ervoor dat je actief bezig bent ook al levert het direct geen reet op. Het kan je wel een bekkie belasting besparen, míts je maar vastlegt dat je het gedaan hebt. En als je niet zeker weet of je het goed doet, check dan even bij je boekhouder of fiscalist.

VAR, BGL, hoe toch?

belastingIs er nu geen VAR maar een BGL of toch een VAR? Hoe toch?

Om gelijk maar met de deur in huis te vallen: de BGL (Beschikking Geen Loonheffingen) ter vervanging van de VAR komt er niet. Er was van meet af aan al te veel soesa over de invoering, zodat besloten is om het maar niet in te voeren.

Hoe verder?

Vanaf 1 januari 2016 wordt – als het goed is – de VAR vervangen door een systeem, waarbij je van tevoren in overleg treedt met de Belastingdienst over de overeenkomst die je als opdrachtgever en opdrachtnemer met elkaar aangaat. Dat kan op individuele basis, maar ook door belangenorganisaties van opdrachtgevers en opdrachtnemers. Feitelijk komt het erop neer dat zoveel mogelijk met modelcontracten wordt gewerkt, anders wordt het wel heel veel gedoe voor de fiscus.

En nu?

Als je nu een VAR-WUO uit 2014 (winst uit onderneming) hebt, blijft ie ook in 2015 gelden. Als je echter andere werkzaamheden gaat doen, dan waarvoor je huidige VAR is afgegeven, dan moet je een nieuwe VAR-WUO aanvragen. Als je een newbie in ondernemersland bent, zul je ook een VAR-WUO moeten aanvragen. Als je niet weet hoe of wat, kun je beter even checken bij je fiscalist.

Vraag tijdig om een proceskostenvergoeding

Bezwaar_tegen_een_besliss000001Als je in bezwaar gaat tegen een belastingaanslag, heb je recht op een proceskostenvergoeding. Vraag het wel (op tijd)!

Laatst stond ik een cliënt bij, waarvan het bezwaar tegen een navorderingsaanslag door zijn boekhouder was ingediend. Het bezwaar had de Belastingdienst ongegrond verklaard en voor het indienen van beroep wilde de cliënt toch liever hulp van een fiscaal advocaat.

Wel kostenvergoeding bij rechter

Ondanks mijn inspanningen vond ook de rechter dat de Belastingdienst terecht een navorderingsaanslag had opgelegd. Hij verklaarde daarom het beroep ongegrond. Wél veroordeelde hij de Belastingdienst in de proceskosten voor de door mij verleende rechtsbijstand. Al met al toch een paar honderd euro, weliswaar niet de werkelijk gemaakte kosten, maar toch. Voor vergoeding van de in bezwaarfase gemaakte kosten zag de rechter geen aanleiding, omdat de boekhouder daar niet om had gevraagd.

Al in bezwaarschrift om vergoeding proceskosten verzoeken

Natuurlijk was het niet zo handig van die boekhouder om in het door hem ingediende bezwaarschrift niet meteen al om vergoeding van proceskosten te vragen. De rechter in het beroep zal dat niet uit zich zelf doen en ook van de fiscus hoef je niet te verwachten dat ie ongevraagd proceskosten gaat vergoeden. Zo zie je maar weer dat je zoiets schijnbaar simpels als een bezwaarschrift toch flink kan verkloten. Het kostte mijn cliënt toch een paar honderd euro.

Dus

Vraag al in je bezwaarschrift om een proceskostenvergoeding en ook nog eens in je beroepschrift. Beter nog vraag je een fiscalist of een advocaat die thuis is in het bestuurs- en belastingrecht om je te helpen.

Pas op met crediteren van je factuur!

creditfactuur-voorbeeldIs het handig om niet betaalde facturen dan maar te crediteren en zo de btw terug te vragen?

Als advocaat belastingrecht sprak ik onlangs een ondernemer die nog wat oude, oninbare facturen open had staan op enkele van zijn cliënten. Het waren vrij kleine facturen en hij had geen zin om daarvoor een tijdrovende en dus kostbare incassoprocedure te starten. Hij vroeg me of hij die facturen dan maar moest crediteren, liefst ook per datum waarop hij ze had gemaakt. Ik begreep wel waar hij naar toe wilde. Hij moet straks in zijn kwartaalaangifte btw betalen die hij aan de wanbetaler in rekening had gebracht, terwijl die wanbetaler die btw nooit aan hem had betaald. Als hij nu ging crediteren op dezelfde datum als van de originele factuur, dan had hij per saldo geen btw-nadeel.

Oninbare facturen NIET crediteren

Natuurlijk is deze werkwijze gangbare praktijk maar ik heb hem toch geadviseerd om het niet te doen. Het crediteren van oninbare facturen is namelijk niet de geëigende weg om je betaalde btw terug te krijgen. Als de fiscus bij een controle hierop stuit en het gaat om flinke bedragen, dan wordt je algauw geconfronteerd met naheffingsaanslagen en flinke boetes!

Terugvragen via apart verzoek

De juiste weg om de btw van onbetaald gebleven facturen terug te vragen is om hiervoor een verzoek in te dienen bij de Belastingdienst. Voor het mooie moet je dat binnen 1 maand doen na afloop van het tijdvak, waarin je weet dat je cliënt je niet gaat betalen. Dat niet-weten moet je wel aantonen met bijvoorbeeld herinneringen, aanmaningen, etc.

Ben je te laat, dan is er nog geen man overboord. Meestal zal de fiscus je verzoek toch honoreren. Je zult tegen dat besluit alleen niet meer in bezwaar kunnen gaan, maar so what, je hebt je btw terug.

Dus:

Ga niet zomaar je oninbare facturen crediteren om je btw te kunnen verrekenen. Beter dien je een verzoek in bij de Belastingdienst om teruggave van je betaalde btw. Duurt wel effe, maar dan voorkom je gedoe met de fiscus.

 

Lenen bij BV en sparen box 3 voordelig

Verleden maand heeft onze hoogste rechter zich uitgesproken over een zaak van een dga die leende bij zijn BV en het bedrag van de lening tegen een hogere rente wegzette. De fiscus wilde het rentevoordeel belasten in box 1 en de dga in box 3. De rechter gaf de dga uiteindelijk gelijk.

Heeft u iets aan deze uitspraak? Ja zeker. Stel, u heeft een BV die bulkt van het geld. Het jammere is alleen dat de bank van de BV zo weinig rente vergoedt, op z’n best 1,5%. Bovendien wordt die rente ook nog eens belast tegen 20% vennootschapsbelasting. Als u een beetje om u heen kijkt, kunt u best een depositorente vinden van 3,5%. Nu komt de truc. U leent 1 miljoen euro van uw BV tegen dezelfde rente als de bank van de BV vergoedt, 1,5%. Vervolgens zet u het op een spaardeposito tegen 3,5% rente.

De fiscus was hier niet blij mee en vond dat het renteverschil van 2% belast moest worden als loon of als resultaat uit overige werkzaamheden. 2% over 1 miljoen euro is 20.000 euro en als u hier vervolgens 52% belasting over moet betalen, houdt u netto 9.800 euro over.

Gelukkig vindt de rechter dat dat niet aan de orde is, maar dat er sprake is van normaal vermogensbeheer en dat dus belastingheffing in box 3 moet plaatsvinden. Omdat het saldo op het spaardeposito wegvalt tegen de schuld aan de BV, is er per saldo niets te belasten. Dus uw 2% rentevoordeel is een netto voordeel. Eigenlijk is het meer, want de 1,5% rente die u aan uw BV betaalt, komt uiteindelijk deels weer bij u terug als dividend. Die rente wordt bij de BV belast met 20% vennootschapsbelasting en als die nettowinst weer aan u wordt uitgekeerd, wordt het bij u nog eens belast met 25% inkomstenbelasting. U houdt dan 0,9% over. Per saldo is uw opbrengst dan 2,9% netto.

Voor het slagen van de leen-spaarconstructie moet u natuurlijk wel zakelijk handelen. Dus leg alles schriftelijk vast en laat uw fiscalist u hierbij begeleiden.