Lenen bij BV en sparen box 3 voordelig
Verleden maand heeft onze hoogste rechter zich uitgesproken over een zaak van een dga die leende bij zijn BV en het bedrag van de lening tegen een hogere rente wegzette. De fiscus wilde het rentevoordeel belasten in box 1 en de dga in box 3. De rechter gaf de dga uiteindelijk gelijk.
Heeft u iets aan deze uitspraak? Ja zeker. Stel, u heeft een BV die bulkt van het geld. Het jammere is alleen dat de bank van de BV zo weinig rente vergoedt, op z’n best 1,5%. Bovendien wordt die rente ook nog eens belast tegen 20% vennootschapsbelasting. Als u een beetje om u heen kijkt, kunt u best een depositorente vinden van 3,5%. Nu komt de truc. U leent 1 miljoen euro van uw BV tegen dezelfde rente als de bank van de BV vergoedt, 1,5%. Vervolgens zet u het op een spaardeposito tegen 3,5% rente.
De fiscus was hier niet blij mee en vond dat het renteverschil van 2% belast moest worden als loon of als resultaat uit overige werkzaamheden. 2% over 1 miljoen euro is 20.000 euro en als u hier vervolgens 52% belasting over moet betalen, houdt u netto 9.800 euro over.
Gelukkig vindt de rechter dat dat niet aan de orde is, maar dat er sprake is van normaal vermogensbeheer en dat dus belastingheffing in box 3 moet plaatsvinden. Omdat het saldo op het spaardeposito wegvalt tegen de schuld aan de BV, is er per saldo niets te belasten. Dus uw 2% rentevoordeel is een netto voordeel. Eigenlijk is het meer, want de 1,5% rente die u aan uw BV betaalt, komt uiteindelijk deels weer bij u terug als dividend. Die rente wordt bij de BV belast met 20% vennootschapsbelasting en als die nettowinst weer aan u wordt uitgekeerd, wordt het bij u nog eens belast met 25% inkomstenbelasting. U houdt dan 0,9% over. Per saldo is uw opbrengst dan 2,9% netto.
Voor het slagen van de leen-spaarconstructie moet u natuurlijk wel zakelijk handelen. Dus leg alles schriftelijk vast en laat uw fiscalist u hierbij begeleiden.